Je runt projecten, neemt belangrijke beslissingen en staat stevig in je schoenen. Tot je met kerst met een schaal stoofpeertjes het huis van je ouders binnenloopt. Binnen twintig minuten zit je je levenskeuzes te verdedigen tegenover je broer, oordeelt je moeder weer over je glitterkleding en glijd je terug in die oude rolverdeling die je dacht al jaren achter je te hebben gelaten.
Bij psychologen overal ter wereld hoor je variaties van hetzelfde verhaal: volwassen, competente mensen die tijdens de feestdagen ineens weer reageren zoals vroeger. Niet omdat ze dat willen, maar omdat iets in hen automatisch overschakelt zodra ze het ouderlijk huis binnenstappen.
Hoe kan dat?
De basis van onze psyche is gevormd binnen het gezin waarin we opgroeiden. Daar leerden we hoe we aandacht kregen, wanneer we ons moesten aanpassen, welke delen van onszelf gewaardeerd werden en welke niet. Die patronen verdwijnen niet wanneer je volwassen wordt. Ze liggen opgeslagen als automatische reacties, alsof er stille software op de achtergrond blijft draaien.
Zodra je terug bent in die vertrouwde omgeving, gaat die oude software weer aan. Je zus zegt terloops iets over je uiterlijk en voor je het weet voel je je net zo onzeker als op je dertiende. Je vader vraagt naar je werk met net die vervelende intonatie en je merkt dat je je staat te verantwoorden alsof je rapportcijfers moet uitleggen.
Herkenning is belangrijk
Wat er op zo’n moment instort, is niet je volwassenheid, maar je innerlijke ordening: dat rustige, geïntegreerde deel van jezelf dat in het dagelijks leven prima functioneert. In de nabijheid van familie valt dat soms tijdelijk uiteen. Niet omdat je zwak bent, maar omdat dit de plek is waar die patronen ooit zijn ontstaan.
Herkenning helpt meer dan je denkt. Alleen al het moment waarop je merkt: oh, ik ben aan het terugschakelen, creëert ruimte. Je lichaam geeft vaak als eerste een seintje: een verstrakte borst, een knoop in je maag, dat oude gevoel van kleiner worden. Emotioneel voelt het alsof je reactie net een maatje te groot is voor de situatie. En soms betrap je jezelf erop dat je weer in een oude rol glijdt: de vredestichter, de rebel, het zorgenkind, het wonderkind.
Maar het betekent niet dat je volwassen zelf verdwijnt. Die staat gewoon naast je. Misschien even minder luid aanwezig, maar wel degelijk beschikbaar. Je kunt dus ruimte maken tussen wat je voelt en wat je doet. Je broer kan je triggeren, je moeder kan iets in je raken maar je hoeft niet automatisch vanuit die oude rol te reageren.
Kleine stapjes
En dat is precies de kleine, maar belangrijke keuze die deze week biedt. Niet streven naar perfect gedrag (dat bestaat toch niet), maar simpelweg opmerken wat er gebeurt. Even met beide voeten op de grond staan. Eén bewuste ademhaling. Eén antwoord dat je geeft omdat jíj het zo wilt, niet omdat het oude patroon je ernaartoe duwt.
Je hoeft niet te voorkomen dat je terugvalt in oude dynamieken. Dat is menselijk en uiteindelijk onvermijdelijk. Maar je kunt wel onthouden dat jij als volwassene nog steeds aanwezig bent, zelfs in het huis waar je ooit leerde wie je moest zijn.